Voor velen van ons is de zomervakantie alweer aangebroken, al is die zomer zelf nog niet veel zaaks. Als je eropuitgaat – of dit nu een dagje naar het strand of een maand naar het buitenland is -, dringt zich altijd weer de vraag op: wat neem ik mee, en wat laat ik thuis?
Een absolute must op fotografisch gebied is de zonnekap, die bij de meeste lenzen voor spiegelreflex- en systeemcamera’s wordt meegeleverd. Ook sommige bridgecamera’s hebben er een. Vroeger waren zonnekappen van metaal, en later vaak van opvouwbaar rubber. De eerste namen nogal wat ruimte in de bagage in beslag, en de tweede hadden de neiging om te scheuren of in het ongerede te raken. De huidige zijn meestal bloemvormig (voor een optimale effectiviteit), van plastic en – het belangrijkste – passen ook omgekeerd op de lens. Daardoor neemt een camera of lens met zonnekap in de bagage nauwelijks meer plaats in dan eentje zonder. Neem die zonnekap dus mee, want hij beschermt niet alleen tegen zonnestralen, maar ook tegen regendruppels. Daarnaast vangt-ie bij een botsing de eerste klap op.