Bij flitsers zie je vaak een ‘richtgetal’ staan. Bij de afgelopen week aangekondigde Canon Speedlite 470EX-AI is dat 47. Maar wat zegt dat richtgetal nu precies en wat kun je ermee?
In wezen is een richtgetal een aanduiding voor het maximale flitsvermogen, die nog uit de dagen van de flitslampjes voor eenmalig gebruik stamt. Toen er nog geen TTL-flitsbelichting bestond, gebruikte je het richtgetal om het in te stellen diafragma te berekenen. Deel het richtgetal door de afstand tussen flitser en onderwerp, en je krijgt het benodigde diafragma. Met een flitser met richtgetal 40 kom je op 10 meter afstand dus uit op F 4.
Op het display van geavanceerde flitsers kun je het maximale bereik bij specifieke instellingen aflezen. Foto: Nikon
Meestal wordt het richtgetal aangegeven voor meters, maar in Engeland en Amerika ook wel voor feet (± 30 centimeter). Oppassen dus als je op een buitenlandse site een onwaarschijnlijk hoog richtgetal ziet. En meestal heeft het betrekking op ISO 100 (bij een hogere ISO-waarde kun je natuurlijk verder en/of met een kleiner diafragma flitsen). Sommige merken houden echter vast aan ISO 200. In dat geval zou dat richtgetal geen 40 maar 56 worden. Het lijkt misschien een goedkoop trucje om je flitsers op papier op te voeren, maar bij sommige camera’s is de basisgevoeligheid nu eenmaal ISO 200 en geen 100 of nog lager.
Ceteris paribus betekent een hoger richtgetal een krachtigere flitser. Hou er wel rekening mee dat het richtgetal het maximale bereik aangeeft. Bij indirect flitsen, of bij gebruik van een diffusor op de flitskop, loopt de lichtopbrengst sterk terug. Veel merken gebruiken trouwens wél een ander trucje om de lichtopbrengst te flatteren. Het richtgetal heeft dan betrekking op de langste stand van de zoomkop, bijvoorbeeld 105 mm bij een zoombereik van 24 tot 105 mm. Naarmate je uitzoomt, wordt het licht meer gespreid, waardoor het richtgetal afneemt en je minder ver kunt flitsen.